“Ongelijkheid is niet vanzelfsprekend. Verschillen in kansen worden mede bepaald door sociaaleconomische ontwikkelingen .”
Waarom verdienen vrouwen nog steeds minder dan mannen; of doen kinderen van allochtonen het minder goed op school? Sociologen stellen dit soort vragen. Niet alleen kansen, maar ook sociaaleconomische uitkomsten zijn vaak ongelijk. Daarom kijken we bij ‘Social Inequalities and the Welfare State’ ook naar de economische aspecten van actuele maatschappelijke vraagstukken. Wat betekent het bijvoorbeeld voor verschillende groepen mensen als er bezuinigd wordt op kinderopvang in het licht van een financiële crisis?
Hopelijk leren studenten door dit vak dat ongelijkheid niet vanzelfsprekend is, hoe die tot stand komt en welke invloed de verzorgingsstaat daarop heeft. Ik geef het vak samen met een collega van politicologie. Zij geeft aan dat de verzorgingstaat zich juist nu, in de economische crisis, kan bewijzen. Vaak wordt het tegendeel gedacht. Maar landen met een sterke verzorgingsstaat krabbelen sneller op uit de crisis dan andere landen. De gelijkheid tussen mensen is daar ook groter.